Een woord vooraf

Met Jan van Leeuwen

9/15/20235 min read

Beste lezer. Wat geweldig dat je geïnteresseerd bent om te lezen en mee te denken over de zoektocht naar verbonden bos (De achtergrond van verbonden bos). Onze wegen kruisen hier. We weten niet waar we vanaf hier heen gaan, maar samen komen we er zeker achter hoe er te komen. Graag nodig ik je uit een stukje mee terug te gaan over de weg die ons tot hier heeft geleid. Waar we vandaan komen zegt iets over waar we naartoe gaan. Hopelijk ontmoeten we elkaar in levenden lijve en co-creëren we een nieuwe kijk op verbonden bos.

Voor we bij onszelf beginnen, moeten we terug in de tijd. Ik zal dat niet al te uitgebreid doen want dat hebben vele anderen al gedaan. In ieder geval is het zo dat de Westerse beschaving waar jij en ik uit voortgekomen zijn, een ander afslagje nam wat betreft het duiden van de wereld ten opzichte van andere wereldculturen: het denken werd verheven tot het ultieme. ‘I think and therefore I am’ werd onze slogan. De mens als rationeel wezen, formules als onze bijbel. Gevoelens mogen er wel zijn, maar die zijn ondergeschikt aan het denken. Het gaat hier eigenlijk om de persoonlijke ervaringen, die in onze cultuur gerationaliseerd moeten worden. Ben je verliefd, dan komt dat door hormoon x die aangrijpt op hersensysteem y. Dan komt dat omdat de wetten van de natuur nu eenmaal willen dat organismen zich reproduceren. Als je er over nadenkt, heb je niks aan enkel die informatie, want in jouw menselijke ervaring doet dat er niet toe: je bent gewoon verliefd! En wat anders heb je dan jouw menselijke ervaring? In bepaalde filosofische stromingen noemen ze dit de femenologische werkelijkheid (1.). Zo beschrijft Ingold in The perception of the environment het verschil tussen een ‘lifeworld’ en een ‘globe’: los van een handje vol geprivilegieerde astronauten, is er niemand die de aarde ervaart als een zwevende bol in de ruimte (2.). Je ervaart de wereld als je directe omgeving.

Martin Buber schrijft op die manier in zijn werk “Ich und Du” dat het Westerse denken de ‘natuur onttoverd’ heeft (3.). De natuur bestaat dan enkel uit afgescheiden samenraapsels van chemische reacties zonder subjectiviteit. Natuurlijke entiteiten zijn dan slechts een soort machines zonder ziel of emotie. En gelukkig schrijft hij ook wat moois over bomen:

“...Ik bekijk een boom. Ik kan hem als beeld opnemen: een stijf oprijzende pijler, waar het licht tegenop botst of uiteenspattend groen, waar het zachte blauwzilver van de achtergrond doorheen stroom” …”Maar ik kan de boom ook als een vertegenwoordiger van een soort zien, of als een proces van op- en neergaande sapstromen, of als een getalsverhouding. In dat alles blijft de boom een object.”…” Het kan echter ook geschieden dat ik bij het bekijken van de boom, tegelijk uit wil en genade, in een relatie ermee opgenomen wordt en dan is hij geen 'Het' meer.”

Het bekijken van een boom kan verchillende reacties oproepen zoals: mooi, een vertegenwoordiger van een soort, een proces, een gevoel van herfst, een evaarbare relatie. Foto door © Bas van Leeuwen

Voor mij persoonlijk zit er veel betekenis in deze manier van duiden. De boom is zowel een te benoemen soort met zijn eigen chemische processen en/of een schoonheid, als een entiteit waar ik mee in een relatie kan treden waardoor ik iets kan ervaren. Maar die eerste manier is hoe ik het “geleerd” heb. Opeens verklaart het waarom ik ben gaan denken zoals ik denk. Waarom ik naar de natuur heb leren kijken door het perspectief van een aangeleerde bril. Dat was nu eenmaal hoe je ernaar moest kijken, iets anders was raar. Denk maar eens aan de biologielessen waar werd gezegd dat het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren, anthropomorfiseren, niet mocht. Hart gespannen wanneer je je probeert uit te drukken over een lieve hond of de wijze blik van een uil. Creativiteit kon zijn ei niet kwijt, terwijl dat voor mij een wezenlijk aspect was van de natuur ervaren. En gek genoeg legde ik onbewust die bril op aan anderen. Onbewust kon iemand niet zichzelf zijn omdat ik blijkbaar beter wist hoe je zou moeten kijken. Alsof er maar een objectieve wijze is om de natuur te beschouwen. Mijn natuurbeeld was ervaarbaar cultureel bepaald.

Wel ben ik altijd enorm geïnteresseerd geweest in de natuur. Voornamelijk in de verscheidenheid aan soorten en bijbehorende taxonomische indelingen. Die interesse komt echter ergens vandaan realiseerde ik me. Het woord interesse komt van het Duits Inter-esse, ofwel Inter-zijn of ‘inter-being’. Vietnamese Zenboeddhist Thich Nhat Hahn beschrijft dit als de realisatie dat hoe jou ‘zijn’ onlosmakelijk verbonden is met het zijn van talloze andere entiteiten (4.). Zonder wolken, geen regen. Zonder regen, geen water. Zonder water, geen planten. Zonder planten, geen hout. Zonder hout, geen papier. Zonder papier, geen boeken. Zonder boeken, geen inspirerende verhalen. De keten gaat eeuwig door. Hoe had ik zonder al die dingen dit verhaal kunnen typen? In die zin kan ik concluderen dat de te ervaren relatie met de natuurlijke wereld om mij heen daarom essentieel is om te ervaren. Door het onbewuste bewustzijn van een inter-zijn, ben ik mij mogelijk ooit gaan interesseren in de gigantische rijkdom van organismen en natuurverschijnselen. Daarvoor ging ik naar buiten en beleefde ik tal van bijzondere natuur-ervaringen. Daarmee diepte ik het gevoel van talloze onlosmakelijke verbintenissen uit en voel ik mij nu onderdeel van een groter geheel. Nederig is dan wat je wordt, of mooier in het Engels krijg je ‘Humility’. Je bent dankbaar voor het leven. Je zou dus, om terug te komen op Buber, kunnen zeggen dat een boom zien als enkel een objectieve bak met chemische processen, het ‘mechanomorfiseren’ van een boom is.

Er zijn dus meerdere manieren om naar de natuur te kijken. En laten we vooropstellen dat er geen goede of foute manier is! Echter, heb ik mogen ervaren hoe mijn eigen natuurbeeld heeft mogen veranderen en hoe er op die manier nieuw licht geschenen wordt op mijn oude perspectieven. Mijn aanname is daarom dat de natuurbeelden complementair aan elkaar zijn. Alsof ze een dans met elkaar uitvoeren om zo samen beter te kunnen dansen. Dan verheven we niet meer het ratio tot het ultieme, maar mag dit hand in hand gaan met een ervaringswereld.

Dat is het verhaal dat ons over vele generaties heen tot dit punt heeft geleid. Maar wat betekent dat nu? Voor onszelf en de manier waarop we met het bos (of andere natuur) omgaan. Er gebeurt van alles en het is een zoektocht. We zullen een nieuwe taal moeten leren spreken, andere besluiten moeten leren nemen en weer leren luisteren naar onszelf en de ander. En wie weet wat nog meer. Toegegeven dat ik het spannend vind, maar samen vinden we onze weg. Ik heb er zin in!

Op deze website lees je de verhalen die zijn ontstaan tijdens ons trans-disciplinair onderzoek op Landgoed Huis te Maarn. We proberen via een samen-leren netwerk een basis te leggen voor een integrale beleidsstrategie van het bos. Elke vorm van kennis wordt hierin meegenomen: Natuurwetenschappelijk, Sociale wetenschap, Lokale kennis, Spirituele kennis, Ervaring, Kunst & De kennis van de natuur zelf.

1.Naess, A., & Næss, A. (1990). Ecology, community and lifestyle: outline of an ecosophy. Cambridge university press.

2.Ingold, T. (2003). Globes and spheres: the topology of environmentalism. In Environmentalism (pp. 29-40). Routledge.

3.Buber, M. (1962). Martin buber. Ich und Du, Köln.

4.Hanh, T. N. (2020). Interbeing: The 14 mindfulness trainings of engaged Buddhism. Parallax Press.